Zelden waren afwezigheid
en aanwezigheid zo samen,
onder de huid,
het talloze,
het peilloze,
de altijd nakende overkant.
In de kleigrijze lucht
of in het aquarelle licht,
altijd resten er dromen
en wilskracht?
Hart richting hart.
Ooit zijn alle treinen vertrokken.
Het wachten is niet de bestemming,
wel de geur
van het groeien van lentegras.