We zeiden elkaar wat zijn de appels toch vroeg
dit jaar.
We hadden het niet
over de onophoudelijkheid
van sommige dingen
die vederlicht leken
als we daar samen lagen in ons gebied.
Later werden ze zwaarder
toen we in onze eigen huizen
ademden.
Het bleef regenen
en dat werden we bijna gewoon,
al het andere gelukkig niet.